
DEN HAAG – Militair strafrechtadvocaat Sébas Diekstra beklaagt zich erover in een gisteren verstuurde brief aan defensieminister Hennis-Plasschaert dat de militaire geheime dienst MIVD hem en zijn cliënten afluistert.
In het vertrouwelijke klachtschrift – in bezit van deze krant – geeft advocaat Diekstra twee concrete voorbeelden dat de geheime dienst meeluistert.
De strafpleiter eist een onderzoek naar het tappen door de MIVD van vertrouwelijke gesprekken tussen (ex-)militairen en hun advocaten.
Zo’n onderzoek zou moeten worden uitgevoerd door de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD).
Ook advocaten Michael Ruperti en hoogleraar Geert-Jan Knoops zeggen aanwijzingen te hebben dat zij structureel worden afgeluisterd. Zij zijn daarom op grond van artikel 47 van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten een formele procedure gestart tot inzage in hun persoonsgegevens. Net als Diekstra hebben Knoops en Ruperti meerdere voorbeelden dat de MIVD exact op de hoogte was van de inhoud van vertrouwelijke gesprekken.
Tappen
„Door het tappen en opnamen van vertrouwelijke telecommunicatie tussen mij en mijn cliënten wordt er onrechtmatig gehandeld door de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD).
Het recht op vrij verkeer tussen advocaat en cliënt, vastgelegd in de grondwet en het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, wordt op ernstige wijze geschonden”, schrijft Diekstra aan minister Hennis-Plasschaert.
Diekstra wil van de defensieminister weten of er, volgens haar, omstandigheden zijn waarin zij afluisteren toelaatbaar acht van advocaten. Michael Ruperti noemde de afluisteractiviteiten van de MIVD eerder „wildwestpraktijken”.
Bron: Telegraaf
Door Bart Olmer