Den Haag – Het ministerie van Veiligheid en Justitie erkent ten onrechte te hebben verklaard dat de Staten van Curaçao, Aruba en St. Maarten niets te zeggen zouden hebben over het wijzigen van de Rijkswet op het Nederlanderschap.
Advertentie
De Rijksministerraad stemde vorige maand op voorstel van staatssecretaris Fred Teeven (VVD) in met de verlenging van de termijn die een vreemdeling in het Koninkrijk moet hebben gewoond voordat hij de Nederlandse identiteit kan aanvragen. De Nederlandse regering wil die met twee jaar oprekken naar zeven jaar.
Voor zover bekend hebben de regeringen van Curaçao, Aruba en St. Maarten daar geen bezwaar tegen.
In elk geval heeft de RMR Teeven de vrijheid gegeven het wetsvoorstel aan de parlementen voor te leggen.
Omdat in een persbericht van het ministerie alleen werd gesproken over de Tweede Kamer legde deze krant de vraag voor of het wetsvoorstel niet ook door de Staten van de andere landen moet worden goedgekeurd. Die vraag werd aanvankelijk ontkennend beantwoord maar dat wordt nu herroepen:
,,U heeft gelijk. Het wetsvoorstel gaat ook naar de Staten van Curaçao, Aruba en St. Maarten. De verzending gebeurt op hetzelfde moment als de aanbieding aan de Tweede Kamer”, aldus de woordvoerder.
Bron: Antiliaans Dagblad
Advertentie