Willemstad – De uitspraak van het Hof op 12 augustus in de LAR-procedure tegen de bestemmingswijziging voor de locatie van het nieuwe ziekenhuis is baanbrekend. Het geeft duidelijkheid over de status van het EOP en de toepassingsmogelijkheden van het wijzigingsplan.
Dat benadrukt advocatenkantoor HBN Law & Tax in een persbericht. Deze krant berichtte vorige week vrijdag al over het vonnis in het hoger beroep van de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP) tegen de stichtingen Fundashon ProMo, DocoMoMO en Team Cactus. HBN verdedigde de VVRP-minister in deze zaak.
Het geschil tussen de drie stichtingen en VVRP speelt sinds 2014, als de toenmalige VVRP-minister via een beschikking de bestemming van een deel van de gronden in Otrobanda wijzigt van ‘Binnenstad’ naar ‘Stedelijk Woongebied’. Dat is nodig in verband met de bouw van het Curaçao Medical Center (CMC), waarvoor ook ten oosten van de J.C.J. Hamelbergweg moet worden gebouwd en op het terrein van voormalig ziekenhuis Sehos.
Kern van de zaak is het wijzigingsplan voor de bouw van het nieuwe ziekenhuis in Otrobanda dat op grond van het Eilandelijk Ontwikkelingsplan (EOP) is vastgesteld. Door de bestemmingsgrens tussen Binnenstad en Stedelijk Woongebied te verschuiven, kan het gebouw dat oorspronkelijk is ontworpen voor het Amstelterrein, worden ingepast op de locatie in Otrobanda.
Met de uitspraak van 12 augustus ‘staat de legaliteit van het inmiddels al lang voltooide gebouw van het nieuwe ziekenhuis vast’, stelt advocatenkantoor HBN. Maar belangrijker is dat het vonnis van het Hof doorwerkt naar de toekomst. Het Hof heeft ‘helderheid gebracht in de bevoegdheidsreikwijdte en toepassingsmogelijkheden van het in de praktijk weinig gebruikte wijzigingsplan’.
Bovendien is nu de status van het EOP als landsverordening duidelijk. ,,Dit is belangrijk voor toekomstige (grootschalige) ontwikkelingen op Curaçao en voor het instrumentarium dat de minister in dat kader ter beschikking staat.”
Hoe zit dat? Op 17 juni 2020 vernietigt het Gerecht in eerste aanleg het wijzigingsplan, volgens HBN ‘op zeer opvallende gronden’. Anders dan het Hof nu, ziet het gerecht in 2020 het EOP als een uitvoeringsregeling onder de Lansverordening grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning (LGRO) en de Eilandsverordening Ruimtelijke Ontwikkelingsplanning Curaçao (EROC) en beschouwt het EOP daarom als een landsbesluit ham (Lb-ham). Onterecht oordeelt het Hof vorige week.
HBN: ,,Het uitgangspunt van het gerecht berustte op een verkeerde lezing van de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur. Evenals de LGRO en de EROC heeft ook het EOP als voormalige eilandsverordening op grond van de overgangsregeling per 10 oktober 2010 de status van landsverordening gekregen.” En daarmee gaat er een streep door de uitspraak van 2020, want de rechter in eerste aanleg ‘heeft ten onrechte de wijzigingsbevoegdheid uit artikel 16 EOP aan de EROC getoetst’.
,,Het vaststellen van ontwikkelingsplannen moet als zelfstandige bevoegdheid worden gezien en niet als uitvoeringsregeling van de LGRO of de EROC.”
In het vonnis van 12 augustus 2021 oordeelt het Hof in hoger beroep dat ‘het wijzigingsplan voldoet aan de criteria en de ruimtelijke eisen die het EOP eraan stelt’. De stichtingen DoCoMoMo en Team Cactus werden niet ontvankelijk verklaard in deze zaak omdat zij destijds te laat waren met het indienen van hun bezwaarschrift.
Bron: Antilliaans Dagblad