WILLEMSTAD — De VBC (Vereniging bedrijfsleven Curaçao) is bang dat de in te voeren onroerendzaakbelasting 2014 een forse lastenverzwaring zal betekenen met daardoor een aanpassing van de koopkracht. Dat meldt de VBC in haar nieuwsbrief.

Op 13 maart werd de ontwerp- landsverordening ‘vaststelling van de landsverordening ornroerendzaakbelasting 2014’ in een Centrale Commissie van de Staten behandeld.
Het is nog niet bekend wanneer de Staten er een beslissing over nemen.
Het wetsontwerp heeft als doel een volledige herziening en modernisering van de regels voor de grondbelasting.
Een van de bezwaren van de VBC is de invoering van een progressief tarief: voor een onroerende zaak ter waarde van 350.000 gulden of minder zal er 0,4 procent belasting worden geheven, voor de waarde tussen 350.000 en 750.000 gulden 0,5 procent; en voor alles boven 750.000 gulden komt een belastingtarief van 0,6 procent.

VBC:

“Draagt dit bij tot versimpeling van het stelsel en tot verbetering van het bestand van de grondbelasting, dat momenteel een behoorlijk gat vertoont? Meer dan 5000 percelen komen naar schatting van de Inspectie van belastingen niet in dit bestand voor.”

Ook vraagt de VBC af hoeveel de tarieven de concurrentiekracht van Curaçao ten opzichte van andere eilanden in de regio zal aantasten.
De vereniging pleit tegen dit progressieve tarief, voor een belastingvrije voet en voor uitbreiding van de lijst van vrijstellingen met onder meer gerenoveerde monumenten in de binnenstad.