CURAÇAO – Vandaag uit Philip Maaskant zijn mening over het advies van de Raad van Advies over Arbeidsovereenkomsten.
Recent heeft de Raad van Advies haar advies gepubliceerd over de wetgeving inzake arbeidsovereenkomsten. Bij lezing daarvan valt weer op hoeveel zorg de RvA besteedt aan deze adviezen. Het is een doorwrocht advies en het legt de vinger op veel zaken die onze regering zich weer aan mag trekken. Bij lezing van deze commentaren vraag je je wel af of de ambtenaren wel voldoende tegenwicht kunnen geven tegen populistische politieke wensen. Worden deze doorgedrukt tegen de zin van ambtenaren, of moeten we vrezen voor het niveau van onze ambtenaren? Feit blijft dat de RvA grondig werk verricht waar iedereen zijn voordeel mee kan doen. Ook voor de Staten, als die zich eens helder inhoudelijk zouden willen uitspreken… is hier een schat van informatie te vinden.
Allereerst stelt de RvA dat de SER moet worden betrokken en dat deze regering dat ‘vergeet’. Fijntjes refereert de RvA aan ‘artikel 2, eerste lid van de Landsverordening Sociaal Economische Raad’. Regering wordt dus geadviseerd de eigen wetgeving te volgen.. oeps.. en de SER om advies te vragen, die is er voor dit soort zaken! Ook adviseert men de adviezen van het IMF er nog even op na te lezen…
De Raad gaat ook in op de noodzaak van deze wetgeving. Je kunt immers wel voor alles wetten proberen te maken (zeker als we populistisch doen alsof we hiermee YDK-arbeider willen beschermen..) maar het moet natuurlijk wel ergens toe leiden. De Raad stelt het natuurlijk wel diplomatieker, maar het is symbool wetgeving. Bij het ontwerp is gesteld dat de huidige regeling van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd veelvuldig en op brede schaal wordt misbruikt. Er wordt verwezen naar Directie Arbeidszaken. Die heeft in 2007 omtrent dat een beleidsnota opgesteld. De RvA heeft deze (vermoedelijk als een van de weinigen…?) ook echt gelezen en ‘de Raad constateert dat noch uit de Beleidsnota 2007 noch uit de memorie van toelichting is op te maken wat de omvang is van de klachten en het wetsmisbruik, en evenmin van het aantal wetsovertredingen. Naar het oordeel van de Raad is dan ook niet gebleken dat de nieuwe regelgeving noodzakelijk zou zijn’…. Kortom.. Waar GAAT het over? Saillant detail is ook dat de wetgever zich zelfs zorgen maakt over het feit dat er drie aansluitende tijdelijke contracten binnen twaalf maanden zouden kunnen zijn…
Het is ook geen wonder dat we niet weten waar het over gaat. De Raad wijst erop dat je wel wetten kunt veranderen, maar dat het wellicht handiger is om de naleving van bestaande wetten eens te gaan doen.. citaat uit het advies: “Uit de Beleidsnota 2007 blijkt tevens dat de inspectie bij bedrijven nagenoeg stil is komen te liggen sinds de invoering van ‘de nieuwe overheid’ in 2002 (pagina 16, onderdeel 2.2). Ook in het jaarverslag 2008 van de Directie Arbeidszaken (september 2009, pagina 39, eerste tekstblok) staat hierover dat er op Curaçao sinds 2001 nauwelijks sprake is van inspectie bij bedrijven.” Kortom, we roepen maar wat als we zeggen dat de wetten niet worden nageleefd en ze DUS veranderd moeten worden. De Raad: “Zonder een deugdelijke controle zullen de beoogde doelstellingen noch op grond van de huidige arbeidswetgeving noch op grond van de nieuw vast te stellen arbeidswetgeving worden bereikt”.
De Raad gaat verder nog in op de situaties dat tijdelijke arbeidskrachten wel nodig zijn in het bedrijfsleven en waar deze regeling dat de facto onmogelijk zal maken. Het zal het aannemen van trainees op een tijdelijk contract, waarbij ze zich na verdere studie bijv. waar kunnen maken, zeker remmen. Heel kritisch is men ook over de regelingen die gelden voor opeenvolgende werkgevers van een werknemer. Die zijn een gedrocht. Hoe kun je een vorige werkgever nu tot iets verplichten? Ook de verplichting tot het maken beoordelingen zal voor kleine bedrijven met name veel gedoe geven. En zonder beoordeling geen ontslag? De Raad vindt het allemaal leuk bedacht maar bepaald niet realistisch. Als Directie Arbeidszaken niet reageert op een ontslagaanvraag dan moet de werkgever er maar van uitgaan dat de aanvraag niet deugde….
De Raad adviseert ook om de huidige wetgeving nog eens na te lezen , bijv. artikel 1615r van Boek 7A van het BW. Dan kun je voorkomen dat een werknemer een schadeloosstelling krijgt EN moet worden doorbetaald! Deze inconsistenties moeten toch op ambtelijk niveau al onderkend zijn!
Het is de ondernemer verboden arbeid te laten verrichten door een arbeidskracht die ter beschikking is gesteld door een bedrijf dat niet beschikt over de vereiste vergunning… de RvA ziet ook dit weer als symbool wetgeving. Citaat: “Tot nu toe zijn geen vergunningen verstrekt op grond van artikel 2 van genoemde landsverordening sinds diens inwerkingtreding per 1 november 1996 en in het initiatiefontwerp is geen verplichting voor de vergunninghouder opgenomen om diens vergunning op verzoek te tonen”.
De Raad vindt dat de overheid zélf een registratie van aan uitzendbureaus verleende vergunningen dient bij te houden. Werkgevers kunnen de registratie met de daarin opgenomen actuele informatie als dan raadplegen. De registratie zou op de website van de overheid kunnen worden geplaatst.
Wederom mijn complimenten voor de Raad van Advies