Willemstad – Het Omega College kan geen aanspraak maken op bekostiging vanuit het Land Curaçao en dus geen gratis onderwijs aanbieden. Dat is gisteren door de LAR-rechter (Landsverordening administratieve rechtspraak) gevonnist. Daarbij is de rechter uitvoerig ingegaan op de overgangsregelingen na de staatkundige ontmanteling en de ‘Regeling behoefte bepaling aanvang en beëindiging bekostiging funderend onderwijs en voorgezet onderwijs’.
Op de vraag of de laatste brief van de minister van Onderwijs aan het Omega College met daarin een afwijzing voor bekostiging nu een officiële beschikking of alleen een advies is, stelt de rechter dat het gaat om een beschikking want de inhoud van het schrijven heeft rechtsgevolgen voor Omega College.
Daarin krijgt het college dus gelijk.
De minister was ook bevoegd om de beschikking te geven, zo vindt de LAR-rechter, want ‘de Staatsregeling beoogt continuïteit van bestuur’.
In het vonnis wordt het als volgt geformuleerd:
,,De minister van het land Curaçao, handelend als bestuursorgaan op het gebied van zijn toebedeelde portefeuille, is bevoegd tot het geven van beschikkingen. Hij treedt in die zin dan ook op als rechtsopvolger in de plaats van het overeenkomstige bestuursorgaan van de Nederlandse Antillen of het Eilandgebied Curaçao, als destijds bevoegd bestuursorgaan.”
Aanwas leerlingen niet onderbouwd
Waar het gaat om de toepassing van de regeling, waarin onder andere eisen zijn opgenomen over het aantal leerlingen, stelt het gerecht dat er een discrepantie is in de prognoses die door Omega College zijn opgegeven en dat deze discrepantie ook niet is onderbouwd.
Eerst stelt de school dat als er gratis onderwijs wordt ingevoerd, het aantal leerlingen in 2018 op 2.850 gesteld kan worden.
Daarna wordt verwezen naar berekeningen van Keessen Actuarissen die uitkomt op 1.680 leerlingen als de school gratis wordt en voor iedereen toegankelijk.
Het gerecht vindt dat de prognose van Keessen Actuarissen niet voldoet.
In de berekening van het aantal leerlingen wordt ook geen rekening gehouden met nieuwe aanwas van leerlingen die behoefte zouden hebben aan een school met de antroposofische grondslag.
Dus het belang van deze filosofie wordt door Omega zelf niet onderstreept.
Verder staat in het vonnis:
,,De minister heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat de ervaring heeft geleerd dat het verkrijgen van bekostiging slechts in zeer geringe mate leidt tot toename van het aantal leerlingen, waarbij verwezen is naar het Albert Schweitzer College dat sinds 5 jaar wordt bekostigd doch slechts 318 leerlingen heeft. Bovendien zal het Omega College leerlingen moeten onttrekken aan de vier bestaande havo-vwo-scholen hetgeen niet in overeenstemming is met het argument van het bieden van tweede kans onderwijs.”
Verder ontbreekt er een deugdelijke begroting en een goedgekeurde jaarrekening.
Door geldgebrek zou een bevoegde accountant niet betaald kunnen worden.
Maar het gerecht heeft ook geen inzicht gekregen in de bedrijfsvoering.
En tot slot, ten aanzien van het gelijkheidsbeginsel: Zowel de Skol Humanista en de stichting Christelijk Onderwijs New Song (Scons) beschikken over een eigen school voor funderend onderwijs en zijn zodoende verzekerd van leerlingen die van daaruit doorstromen.