WILLEMSTAD — Wanneer komt er een vaste minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport (OWCS)? Deze vraag hield de gemoederen gisteren tijdens de begrotingbehandeling bezig.
Volgens Monique Koeyers-Felida van MFK zou de nieuwe minister van OWCS voor 1 december bekend zijn.
Deze beloofde deadline is niet gehaald.
Ook onafhankelijk Statenlid Omayra Leeflang stelde dat het zo niet langer kan.
Premier Ivar Asjes (PS) die tijdelijk de portefeuille OWCS onder zich heeft, kan het volgens haar niet.
Ze maakte bezwaar tegen het voornemen van de regering om ‘gratis onderwijs’ te bekostigen met dividend van overheids-nv’s.
Dat de toekomst van gratis onderwijs afhankelijk is van overheids-nv’s, is volgens het Statenlid een verschrikking.
“Ze maken een beleid en er is geen geld daarvoor”, aldus Leeflang.
Volgens haar lijkt het erop dat de minister van Financiën geen autoriteit heeft in deze coalitie. Overheidsbedrijf Refineria di Kòrsou (RdK) zou 10 miljoen gulden overmaken om het gratis onderwijs te bekostigen.
Eerder kwam naar voren dat RdK een negatieve cash flow heeft.
Leeflang wil daarom weten of dat nog steeds zo is of dat deze intussen is positief is geworden.
Ook Koeyers-Felida maakte zich zorgen over de bekostiging van het project ‘gratis onderwijs’ dat binnenkort een structureel karakter moet krijgen.
Dat Stichting Studiefinanciering Curaçao (SSC) de boeken hiervoor verspreidt, is volgens haar niet juist.
De stichting zou zich slechts bezig moeten houden met het verstrekken van studieleningen.
Ze signaleert dan ook een trend van taakverwarring onder overheidsstichtingen.
Zo zou bijvoorbeeld Fide in het verleden zijn belast met het verstrekken van subsidie voor uniformen.
Tegenwoordig is deze taak bij een andere stichting ondergebracht, terwijl Fide wel een bedrag hiervoor heeft gereserveerd.
PAR-Statenlid Zita Jesus-Leito stond stil bij de slechte resultaten van het funderend onderwijs. Kinderen uit de wijk Jan Doret zijn bijvoorbeeld niet doorgestroomd naar de havo.
Ook zijn er tussen de schoolbesturen opmerkelijke verschillen.
Zo gaat er 23 procent van de groep 8 leerlingen op een openbare school naar de havo, bij de evangelische broedergemeenschap is dit 11 procent.
RKCS stuurt 17 procent naar de havo en bij Scons krijgt 22 procent een havo-advies.
De beste score heeft de VPCO.
Daar krijgt 47 procent een havo-advies.
“Ik concludeer dat iedereen zijn kind beter naar een VPCO-school kan sturen omdat bijna de helft naar havo gaat”, zei Jesus- Leito die eraan toevoegde dat ze weet dat ze de cijfers extrapoleert.
Maar om tot een oplossing te komen moet er concreet met deze zaken worden omgegaan.
“Vanaf 2010 was niemand verantwoordelijk voor het onderwijsbeleid. Dat is onmogelijk.”
Eugene Cleopa van Pais merkte op dat het parlement tot nu toe geen rapport over de staat van het onderwijs heeft gekregen.
Normaliter stelt de Inspectie voor Onderwijs jaarlijks een dergelijk rapport op.
Hij wilde weten of dit komt vanwege een gebrek aan mankracht.
Verder maakte hij zich sterk voor een mediabeleid.
bron: Amigoe