Miguel Goede houdt lezing voor Vereniging Antilliaans Netwerk
Willemstad/Amsterdam – De Antillen (lees: Curaçao) beschikken over een uitstekende digitale infrastructuur met meerdere glasvezelkabels en binnenkort over een van de grootste datacentra ter wereld. De bewoners zélf maken echter onvoldoende gebruik van de kennis die aanwezig is op het mondiale web en bij hun eigen kader, waar ook ter wereld.
In zijn lezing voor de Vereniging Antilliaans Netwerk (VAN) signaleerde Miguel Goede, voormalig rector van de universiteit UNA (tegenwoordig University of Curaçao), dat er kansen liggen voor de eilanden om volwaardig mee te doen met de 21e-eeuwse kennissamenleving.
Goede gaf drie oorzaken aan voor het desondanks achterblijven:
De eerste is psychologisch van aard. Om mee te doen met de mondiale kennissamenleving moet men naar buiten gericht zijn, maar Antillianen zijn meer dan ooit naar binnen gericht.
30 Mei 1969 met zijn oproep ‘Di nos e ta’ heeft volgens de spreker de tendens versterkt om vooral niet naar de wereld te kijken, maar de blik op het eigen eiland gericht te houden.
Eilandelijke politici, maar ook de topambtenaren, vinden kennis bedreigend.
Kennissen vinden ze belangrijk, maar niet kennis.
Antilliaanse politici zijn nationalistisch en populistisch, aldus Goede.
Dit is geen juiste houding om mee te doen met de digitale wereld, waar alles draait om kennis. Afkeer van een kennissamenleving bij politici en topambtenaren is de tweede oorzaak waarom Curaçao onvoldoende gebruik maakt van de aanwezige kennis op het mondiale web en bij hun eigen kader, waar ook ter wereld.
De derde oorzaak is dat het onderwijs de Antilliaanse schoolpopulatie onvoldoende voorbereidt op de 21e-eeuwse kennissamenleving waarin digitalisering een belangrijke rol speelt.
Hij signaleert dat het project ‘Elk kind een laptop’ nog niet tot wasdom is gekomen. Goede hekelde dat er nu geen Onderwijsminister is op Curaçao (premier Ivar Asjes doet het erbij, red.), en dat er sinds 10-10- ’10 een groot verloop is onder Onderwijsministers.