door Niels Rigter | De Financiële Telegraaf

Den Haag – Nu Cuba zich economisch opent, moeten de goede contacten zich gaan uitbetalen die Nederland al die jaren heeft onderhouden met de ’parel van de Cariben’. De handelsmissie die minister Ploumen (Buitenlandse Handel) naar Cuba leidt is dan ook meer dan een verkenning.

„We willen niks minder dan het verwerven van een pole position.”

Cuba laat na vijftig jaar communisme weer investeerders toe. Waarom zouden die juist uit Nederland komen?

,,We zijn één van de weinige landen die, samen met bijvoorbeeld Italië en Japan, ondanks de moeizaame politiek contact hebben onderhouden met het land. Die landen staan nu vooraan. In 2014 was (toenmalig buitenlandminister) Timmermans de eerste EU-minister die naar Cuba ging. We zijn ook een soort van buren; het Caribische deel van het Koninkrijk ligt ernaast. En helemaal potdicht zat het land ook weer niet; Damen heeft er schepen kunnen bouwen en Womy bussen. Nu heeft mijn Cubaanse collegaminister van handel ons uitgenodigd.’’

Men zegt: Cuba gaat open. Wat verandert er in de praktijk?

,,Het handelsembargo wordt verlicht. Cuba ziet dat de staatsgeleide economie niet alles kan leveren waar de bevolking behoefte aan heeft. Het land zegt behoefte te hebben aan buitenlandse bedrijven die willen investeren, aan inbreng van nieuwe kennis en technologie. Dan heeft Nederland als tweede landbouwexporteur en hét land op het gebied van watermanagement veel te bieden.’’

Wat is het doel van de handelsmissie?

,,We willen niks minder dan het verwerven van een pole position. We willen investeringsmogelijkheden onderzoeken, handelsrelaties opbouwen en natuurlijk zullen we ook over mensenrechten spreken. Ik hoop dat die dialoog wat soepeler gaat verlopen.’’

U komt vast niet meteen terug met een tas vol contracten. Welke successen verwacht u wel?

,,Vooral in de vrije economische zone verwacht ik resultaten. Ik hoop er bijvoorbeeld een zeepfabriek te openen van Unilever. Ook op het gebied van agro en agrologistiek verwacht ik dat Nederlandse bedrijven aan de slag gaan. Op het gebied van toerisme zijn er perspectieven, vooral voor het Arubaanse deel van het Koninkrijk. Zij hopen samen met Cuba een regionaal en duurzaam aanbod te scheppen. En als het gaat om honkbal – we bezoeken de wedstrijd Cuba-Nederland – hoop ik dat we de Cubanen blijven verslaan.’’

Bron: DeFinancieleTelegraaf