Willemstad/Philipsburg – Volgens de Sint Maartense premier Silveria Jacobs is na het onlangs gehouden vierlandenoverleg zo goed als een akkoord bereikt over de tot voor kort omstreden consensusrijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho).

Het tweede Ministerieel Vierlandenoverleg vond eind vorige week plaats en betrof overleg tussen de premiers van Curaçao, Aruba en Sint Maarten en de demissionaire staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Raymond Knops (CDA). In dat overleg is de laatste hand gelegd aan de ‘zorgpunten’ en de aanpassingen die de landen naar voren hebben gebracht.

In maart van dit jaar bevestigde de Raad van State (RvS) van het Koninkrijk diverse aspecten waar de Caribische landen moeite mee hadden. ,,Daarna zijn verschillende aanpassingen gedaan en zijn discussies gevoerd op technisch niveau om zo tot overeenstemming te komen”, aldus Jacobs in een persverklaring ‘Consensus Kingdom Law amendments near completion’ die zij gisteren uitstuurde.

Dat zij actief de publiciteit zoekt, wordt door de andere landen wel opvallend gevonden, want er was niet afgesproken om over de vertrouwelijke besprekingen te communiceren. Het klopt wel dat partijen heel ver gekomen zijn, terwijl nog niet zo lang geleden met name de regering van Sint Maarten en de partijen die op Curaçao op 19 maart de verkiezingen hebben gewonnen faliekant tegen waren en het voorstel intussen hebben omgedoopt tot Coho 2.0.

Volgens Jacobs is op 22 juli consensus bereikt over twee van de drie overgebleven punten, namelijk de aanstellingsprocedure van het bestuur van het Coho en de aanwijzingsbevoegdheid van het Haagse ministerie van BZK.

Het laatste punt beschrijft de premier in Philipsburg als een kwestie waarover de (ei)landen van mening zijn dat er bij het verstrekken van liquiditeitssteun en de noodzaak om reserves op te bouwen voldoende rekening moet worden gehouden met de basisbehoeften van de Caribische landen. Jacobs: ,,Tijdens een meeting op vrijdag 23 juli is dit op technisch niveau afgerond.”

Zij vervolgt: ,,Sint Maarten is erkentelijk voor de inspanningen van de technische teams. Het is belangrijk om tot een akkoord te komen. Als ook het laatste punt is opgelost – waar Nederland over heeft toegezegd hier alles aan te willen doen – zijn er voor Sint Maarten geen belemmeringen meer om tot een akkoord te komen, waarmee de landen weer het vertrouwen kunnen hebben dat ze vooruit kunnen.”

Er zal een intern stuk worden opgesteld door de verschillende regeringen en hun Raden van Advies (RvA) zodat deze documenten voor 3 september naar de Rijksministerraad (RMR) gestuurd kunnen worden. Het wachten is op input voor het zogeheten ‘nader rapport’. Zodra overeenstemming is bereikt over het nader rapport zal de parlementaire behandeling van het voorstel worden aangevangen.

De Raad van State stelde eerder het logisch te vinden dat Nederland voorwaarden verbindt aan het verlenen van financiële steun aan Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Ook vindt de RvS dat een consensusrijkswet een passend kader biedt voor de vormgeving hiervan, in het bijzonder voor de oprichting van een speciaal bestuursorgaan (het Coho).

Het nader rapport en een op basis daarvan aangepast Coho-voorstel, heeft dus de goedkeuring nodig van alle vier de Landen. Zodra hierover overeenstemming is bereikt in de RMR, zal het nader rapport, samen met het rijkswetsvoorstel dat het vergezelt, naar de Staten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de Tweede Kamer worden gezonden.

Intussen hebben de Curaçaose premier Gilmar Pisas (MFK) en zijn partijgenoot minister Javier Silvania van Financiën de Statenvoorzitter verzocht een presentatie te mogen geven over Coho 2.0 aan de Commissie Koninkrijksrelaties van het parlement. ,,Zo spoedig mogelijk”, schrijven beide bewindslieden, die het van ‘zeer groot belang’ vinden dat de Statencommissie over alle informatie beschikt. In reactie daarop is bepaald dat zij op vrijdag 13 augustus Coho 2.0 zullen toelichten.

RvA: ‘Coho tast autonomie min of meer aan’

Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.

Bron: Antilliaans Dagblad