Willemstad – Wat is het verschil tussen CHE en OHO? Wat is er nu concreet anders in de Rijkswet waarin de rechtsgeldigheid van de hervormingsentiteit moet worden geregeld? Suzy Camelia-Römer, leider van Partido Inovashon Nashonal (PIN), wil eerst antwoord op twintig vragen die PIN heeft opgesteld.

Pas als meer bekend is over het nieuwe voorstel voor een Orgaan voor Ontwikkeling en Hervorming (OHO), kan de partij een oordeel vormen over de aanpassingen die zijn doorgevoerd. Wat PIN betreft, geeft de brief die premier Eugene Ruggenaath (PAR) hierover schreef aan de Staten onvoldoende opheldering.

Camelia-Römer schrijft in een persbericht dat haar partij pas een mening kan vormen over het resultaat van de onderhandelingen met Nederland als duidelijk is wat de gevolgen zijn voor ‘de Rijkswet die Nederland zonder consensus wil opleggen aan de Curaçaose bevolking’.

,,De vraag is wat er concreet is aangepast in deze Rijkswet.” Zoals deze krant gisteren al berichtte, heeft de regering de brief van Rhuggenaath aan de Staten dinsdag naar buiten gebracht. Volgens de Curaçaose premier ligt er na intensieve onderhandelingen over de Caribische Hervormingsentiteit (CHE) nu ‘een gebalanceerd resultaat’ op tafel.

In het nieuwe voorstel voor een OHO kan de regering zich voldoende vinden om een samenwerking met Nederland aan te gaan. Dat heeft er bijvoorbeeld mee te maken dat niet getornd wordt aan de positie en rol van de Staten en dat het bestuur van het orgaan voldoende representatief zal zijn voor Curaçao. Naar verwachting zal er op korte termijn meer inhoudelijk bekend worden over het voorstel voor een OHO.

In zijn brief schrijft Rhuggenaath aan de Statenleden dat het ontwerp van de Rijkswet nu eerst aan de Raad van State van het Koninkrijk wordt aangeboden. Uiteindelijk moet er in het Curaçaose parlement een besluit over worden genomen.

PIN hoopt dat ‘de politieke overeenkomst met Nederland’ snel openbaar zal worden gemaakt, zodat ook de bevolking er een mening over kan vormen. ,,Dat alleen al omdat Curaçao en haar regering er voor zes jaar aan vast zitten.” In afwachting daarvan heeft de partij twintig vragen geformuleerd ‘die van het grootste belang zijn om het functioneren van onze regering, het parlement en de democratie veilig te stellen en ook onze autonomie te bewaken’. De punten kunnen worden gezien als ‘criteria om het resultaat van de onderhandelingen met Nederland werkelijk te beoordelen’.

Het gaat dan onder andere om de vraag of het orgaan wordt opgericht op basis van een Rijkswet zoals bijvoorbeeld het College financieel toezicht (Cft), of het een Nederlands zelfstandig bestuursorgaan zal zijn en welke taken en bevoegdheden OHO zal krijgen. Verder wil PIN weten hoe de hervormingen worden bepaald in het landenpakket, bijvoorbeeld als het gaat om ambtenarensalarissen, minimumlonen, arbeidswetgeving, onderwijs en gezondheidszorg, zonder dat de bevoegdheid om zelf te regeren in het gedrang komt.

Wat is de reden dat de oprichting van OHO en het vastleggen van de taken van het orgaan moet worden geregeld in een Rijkswet in plaats van een samenwerkingsovereenkomst? PIN wil ook weten hoe wordt bepaald op welk moment Nederland de liquiditeitssteun werkelijk ter beschikking stelt en wat er gebeurt als het parlement, deels of helemaal, niet akkoord gaat met de Rijkswet of het landenpakket.

In zijn brief aan het Curaçaose parlement schrijft premier Rhuggenaath dat in de gesprekken met Nederland de positie en de rol van de Staten uitvoerig is besproken.

,,Aan de bevoegdheden van de Staten wordt dan ook niet getornd. De voor hervorming en stelselwijzigingen noodzakelijke wet- en regelgeving zal steeds de instemming behoeven van de Staten.”

De entiteit wordt ‘van rechtswege’ na zes jaar beëindigd en na drie jaar geëvalueerd door een commissie van onafhankelijke leden. Tussentijdse beëindiging van de Rijkswet is altijd mogelijk met wederzijdse instemming.

Suzy Camelia-Römer diende in juli haar ontslag in als minister van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN). Het enige parlementslid van PIN, Rennox Calmes, stapte uit de partij maar koos ervoor zijn zetel te behouden als onafhankelijk Statenlid. Daarmee had Camelia-Römer geen steun meer in het parlement.

Bron: Antilliaans Dagblad