DEN HAAG — De VVD blijft zich zorgen maken over de veiligheid van gedetineerden in het Sentro di Detenshon i Korekshon Kòrsou. In een vervolg op eerdere vragen over mishandeling in de vreemdelingenbarak, vraagt Tweede Kamerlid André Bosman om opheldering over dichtgelaste deuren.
Dagblad De Telegaaf meldde vorige maand dat de nooddeuren van de gevangenis zijn dichtgelast, brandslangen zijn doorgesneden en er nauwelijks druk op het water staat, zodat gevangenen bij brand groot gevaar lopen. De krant baseerde zich op informatie van de Movimentu Kontra Korupshon. Directeur Unry Floran bevestigde dat de deuren zijn dichtgelast om ontsnappingen te voorkomen, maar dat er wel een ontruimingsplan voor calamiteiten is.
Bosman wil weten of het bericht op waarheid gebaseerd is en of de gevangenisdirectie op een andere manier had kunnen voorkomen dat de deuren moesten worden dichtgelast. Daarnaast wil hij weten wie verantwoordelijk is als er gewonden of doden vallen door brand als de gevangenis niet veilig blijkt te zijn. “In hoeverre is de Nederlandse staat verantwoordelijk voor het overlijden of gewond raken van een persoon indien de veiligheidsmaatregelen in de gevangenis op Curaçao niet op orde zijn?”, aldus Bosman vandaag in een brief aan minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken.
Plasterk zal mogelijk aanstaande donderdag reageren, als de Tweede Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties met hem vergadert over rechtshandhaving op Curaçao, Aruba en St. Maarten. In een reactie op eerdere vragen heeft de minister voortdurend herhaald dat justitie en de gevangenis autonome aangelegenheden van Curaçao zijn. Volgens de minister bleek uit de laatste rapportage over het Plan van Aanpak voor de gevangenis dat de situatie in de gevangenis nog niet optimaal is, maar kon de verdere professionalisering door Justitie-minister Nelson Navarro worden afgerond.
Bron: Amigoe