WILLEMSTAD — PS-Statenlid Jaime Cordoba heeft weer kritiek op het onderzoek naar de moord op zijn leider Helmin Wiels en benadrukte afgelopen zaterdag tijdens de partijbijeenkomst dat Pueblo Soberano een oplossing van de moord eist.

De politicus liet doorschemeren van mening te zijn dat de zaak nog niet opgelost kan worden omdat Nederlandse agenten betrokken zijn bij het onderzoek.

“Hebben jullie gemerkt hoe snel de fatale schietpartij bij Hato werd opgelost? Weten jullie waarom? Omdat alleen yu di Kòrsou (Curaçaoënaars) betrokken zijn geweest bij het onderzoek”, zei Cordoba.

Echter, het Openbaar Ministerie liet eerder weten dat een team grootschalige onderzoeken (TGO) werd opgericht dat direct met een diepgaand onderzoek is gestart naar de schietpartij bij Hato.

Het TGO bestond ook uit Nederlandse agenten die deel uitmaken van het Recherche Samenwerkingsteam (RST), liet het OM toen weten. Het RST ondersteunt onder meer het lokale politiekorps bij georganiseerde criminaliteit en vormde dus ook onderdeel van het zogenoemde ‘TGO Hato’.

Minuten voor deze uitlatingen vertelde het Statenlid wederom waar hij was toen hij het nieuws kreeg over de moord en wat hij allemaal heeft gezien en gehoord bij de plaats delict, oftewel langs het strand van Marie Pampoen.

Volgens Cordoba hield hij alles heel goed in de gaten en wilde vooral erop toezien dat ‘niets bij het lichaam werd gezet en/of weggehaald’. Hij zou ter plekke toestemming van de toenmalige procureur-generaal hebben gekregen om dicht in de buurt van de plaats delict te blijven, liet hij vervolgens weten.

“Op een gegeven moment werd ik door een Nederlandse officier van justitie – ik weet zijn naam niet meer en het interesseert me ook niet – gewezen dat ik niet zo dichtbij mocht blijven staan.”

Na deze uitspraken ging Cordoba in op het slechte onderzoek.

Slecht onderzoek

Het Statenlid benadrukte dat het onderzoek direct na de moord heel slecht werd uitgevoerd.

“Iedereen die graag naar televisieprogramma’s kijkt, zoals CSI, weet dat de eerste uren (2×24 uur) het belangrijkste zijn in een onderzoek.” Maar bij de moord op Wiels zouden de autoriteiten volgens Cordoba bepaalde onderzoeken te laat hebben uitgevoerd en derhalve veel fouten hebben gemaakt. Hij haalde hierbij het buurtonderzoek van de politie aan dat volgens hem ook te laat werd gedaan.

Zoals de Amigoe toen berichtte, werd op 12 mei 2013, ruim een week na de moord, een passantenonderzoek verricht. Het is een onderzoek waarbij de autoriteiten op zoek gaan naar getuigen onder de personen die op een bepaalde tijd een bepaalde plaats passeren.

In verband met een dergelijk onderzoek wordt normaal gesproken door de rechercheurs vooraf bepaald in welke vorm zij in die buurt of omgeving vragen achterlaten.

Er werd toen gekozen voor een Nederlands- en Papiamentstalige folder, die opende met de Bijbelse passage: ‘Wij, de sterken, moeten de zwakken in hun kwetsbaarheid helpen en niet ons eigen belang dienen (Romeinen 15:1)’ en die verder het volk duidelijk maakte dat de politie hulp nodig had om deze zaak op te lossen. Verder werden er zeven vragen gesteld.

Oplossing

Het TOG dat in verband met deze moord vrijwel direct werd opgericht is nog steeds bezig met een diepgaand onderzoek hiernaar. De voorlopige onderzoeken hebben inmiddels geleid naar de opsporing van de betrokkenen en de berechting van de schutter van Wiels, Elvis ‘Monster’ Kuwas. Hij kreeg een levenslange straf opgelegd.

De medeverdachten Dangelo ‘Panchèk’ Damascus en Carlos ‘Kalo’ Pieter werden voor hun betrokkenheid bij deze moord vrijgesproken. Het Statenlid eist een oplossing in deze zaak. Cordoba zei zich, na de eerste aanhoudingen, wat rustiger te hebben gevoeld.

Hij is echter niet tevreden met het feit dat de intellectuele daders nog vrij rondlopen.

“Ta Basta Awor. Het volk is moe en eist net als PS een oplossing van deze zaak. Er worden veel namen genoemd. Zij praten veel met het RST. Ik vertrouw geen van hen. Ik vertrouw niemand”,

benadrukte Cordoba. In verband met deze eis riep hij aanhangers op en tevens iedereen die tegen de moord op Wiels is, om een protest op 5 mei bij te wonen.

De partij herdenkt op deze dag haar leider, eerst met een kerkdienst bij Steenrijk en later op de avond tijdens een bijeenkomst in Sentro 1 te Veeris.

Verdachten

Zoals reeds bekend is oud Financiën- minister George Jamaloodin, net als zijn broer Robertico ‘Robbie’ Dos Santos als verdachte aangemerkt in het onderzoek Maximus, naar de intellectuele daders achter de moord.

Kort voor zijn dood maakte Helmin Wiels bekend dat hij op het spoor was van een ‘grote zaak’.

Hij stelde in verband hiermee vragen aan de overheid. Die gingen over telecombedrijf UTS en mogelijke illegale loterijen. Die vragen werden negen maanden later door Financiën-minister José Jardim (namens onafhankelijk Statenlid Glenn Sulvaran) beantwoord.

In verband hiermee deden er vlak na de moord op Wiels geruchten de ronde dat Robbie dos Santos achter die moord zat.

Ook voormalig minister van Onderwijs voor PS Carlos Monk is als verdachte aangemerkt in het Maximusonderzoek. Dat liet hij zelf via de media weten.

Verder is Burney ‘Nini’ Fonseca, die volgens zaaksofficier Gert Rip de schakel is geweest tussen de intellectuele en de uitvoerende daders achter de moord, ook nog steeds een Maximus-verdachte. Jamaloodin, Dos Santos en Fonseca werden vorig jaar opgepakt en later onder voorwaarden vrijgelaten.

Fonseca werd tijdens de regiezitting van de Maximus-zaak op verzoek van advocaat Marije Vaders vrijgelaten. Bovendien werden diverse personen, waaronder voormalig Statenvoorzitter Dean Rozier, als getuigen gehoord.

Rozier werd gehoord over bedreigingen die Jamaloodin in zijn bijzijn zou hebben geuit jegens Wiels. Het OM laat desgevraagd regelmatig weten dat de status van het onderzoek hetzelfde is gebleven. Het onderzoek is in volle gang, maar om het niet te belemmeren wordt weinig aan de pers bekendgemaakt.

Bron: Amigoe
Dossier: Helmin Wiels – moord (Magnus & Maximus)