door amigoe correspondent Otti Thomas

DEN HAAG — Het College financieel toezicht (Cft) heeft zijn eerste en mogelijk tevens laatste werkbezoek aan Nederland gebruikt om te wijzen op de enorme prestatie die geleverd is door het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Betrokkenen van ministeries en het parlement zijn in feite goed op de hoogte, maar daar buiten bestaat een hardnekkig beeld dat er veel geld naar het Caribisch gebied gaat, zei voorzitter Age Bakker vanmorgen bij de presentatie van het jaarverslag voor 2015 in Den Haag.

“Soms zijn de beelden over en weer niet helemaal juist. Sommige mensen denken dat er heel veel geld naar de landen gaat, maar ze moeten hun eigen broek ophouden. Er is goede vooruitgang geboekt, is onze algemene boodschap,” zei Bakker.

Bakker prees onder meer het feit dat financiële gegevens veel beter toegankelijk zijn dan in het verleden en dat de landen en eilanden zich ook veel beter bewust zijn van het belang van een gezond begrotingsbeleid. “Voorheen werd gekeken naar wat men uit wilde geven in een jaar en werden daar als het ware de inkomsten bij gezocht. Nu kijkt men eerst naar de inkomsten en dan de uitgaven”, zei hij specifiek over St. Maarten.

Ondanks die complimenten beschouwt Bakker het Cft niet als te vriendelijk als toezichthouder. “Er is een verschil tussen de manier waarop we de boodschap brengen en de inhoud van die boodschap. De boodschap is soms hard en dat is ook in het belang van de landen.”

Bakker zei verder dat de Colleges van financieel toezicht in de komende jaren meer de nadruk zullen leggen op een adviserende functie. Na die tijd kan het toezicht mogelijk worden overgenomen door eigen instanties, zoals een begrotingskamer, die dan wel de mogelijkheid moet hebben om sancties op te leggen als regeringen begrotingen te laat indienen of van onvoldoende informatie voorzien.

De Cft-voorzitter erkende dat hij echter ook wel de voordelen ziet van behoud van de huidige constructie: een onafhankelijke instantie waarin deskundigen uit verschillende Koninkrijksdelen met elkaar samenwerken. Toezicht door het Cft heeft immers als voordeel dat er tegen voordelige tarieven geleend kan worden, maar er wordt bovendien ook een concrete invulling gegeven aan het Koninkrijk. Dezelfde constructie zou volgens hem ook gebruikt kunnen worden voor samenwerking op andere terreinen zoals jeugdzorg, justitie of milieu.

Curaçao

Het Cft-jaarverslag bevestigt de optimistische kijk van Bakker met betrekking tot Curaçao. De Curaçaose overheidsfinanciën zijn sinds 2010 substantieel verbeterd, deels door de extra druk die werd uitgeoefend met de aanwijzing in 2012. In 2015 zal er waarschijnlijk een klein overschot zijn op de gewone dienst (inkomsten versus uitgaven).

‘Business case ziekenhuis nog steeds realistisch’

Curaçao leende wel geld voor investeringen, zoals de financiering van het Hospital Nobo Otrobanda, verkavelingsplannen, zonnepanelen op schoolgebouwen en een ICT-systeem voor de belastingdienst. Maar zowel de totale omvang van die schuld (schuldquota) als de rente die betaald moet worden (rentelastennorm), is te overzien en acceptabel, concludeert het Cft.

Bakker zei desgevraagd dat het Cft nog steeds van mening is dat de business case voor het ziekenhuis realistisch was, ondanks de onvoorziene meerkosten. De omvang van die tegenvaller ligt nog niet vast, aangezien het grotendeels om claims gaat, waar de overheid nog over moet onderhandelen. “Die proberen ze natuurlijk terug te brengen naar normale proporties.”

Aruba

Het Cft bleek vandaag ook overwegend optimistisch over de financiële situatie op Aruba. Vooral de vermindering in het aantal mensen in dienst van de overheid is volgens Bakker een grote prestatie en ook over het begrotingstekort van 2,0 procent in 2015 was hij positief. Verder sprak hij de hoop uit dat ook Aruba op termijn geld via Nederland kan lenen en dus minder rente zal hoeven te betalen.

Bron: Amigoe