Omwonende appartementencomplex Pietermaai procedeert verder

WILLEMSTAD — La Rivera Development dat als omwonende van het appartementencomplex in Pietermaai, in oktober vorig jaar in hoger beroep tegen het VVRP-ministerie in het gelijk werd gesteld waardoor de bouwvergunning voor het gebouw vernietigd werd, zal verder procederen.

Dit bevestigt de raadsman van La Rivera, Achim Henriquez, desgevraagd.

“Het vonnis van het hof dat in het voordeel van mijn cliënt is geveld, is onherroepelijk. Er staat daartegen geen hogere voorziening voor open. Dit noch voor het VVRP-ministerie, noch voor de projectontwikkelaar/eigenaar van het appartementencomplex, Jewel Investment and Management Group NV.

Desondanks heeft het ministerie van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP), met het vonnis – bijna een half jaar later – nog niets gedaan. Het is heel simpel, het gebouw in Pietermaai heeft geen bouwvergunning en kan mijns inziens ook geen nieuwe bouwvergunning krijgen, maar het gebouw staat er nog steeds. Er is dus nog steeds geen aanzet door VVRP gegeven om tot handhaving van de wet over te gaan”,

aldus de advocaat, die toevoegt dat om deze reden ‘zijn client La Rivera zich genoodzaakt ziet om verdere juridische stappen te nemen.

Henriquez omschrijft de kwestie als pijnlijk ‘aangezien er steeds meer in het nieuws terug te lezen is hoe er in andere gevallen bouwwerken (woonhuizen) worden gesloopt vanwege een ontbrekende bouwvergunning. In sommige gevallen zelfs waarbij de belanghebbenden naar alle waarschijnlijkheid een bouwvergunning zouden hebben verkregen indien men deze tijdig had aangevraagd.

Daartegenover staat dat het gebouw in Pietermaai waar het hier over gaat, door het rechterlijk oordeel geen bouwvergunning heeft en in wezen nooit een bouwvergunning had mogen krijgen. De bouw is na de rechterlijke uitspraak zelfs vrolijk verder gegaan zonder dat het ministerie tot handhaving overging’.

Dubieus

Henriquez, ter verduidelijking:

“Aan de achterkant is de kuststrook gedempt, onder het mom van ‘kustversterking’. Dit ‘ter bescherming van de gebouwen aan de kust’. Hiervoor werd kennelijk opnieuw een vergunning door VVRP verleend. Wat opvalt is dat in deze kuststrook diverse zwembaden en andere luxe bouwwerken zijn verrezen, mede ten behoeve van het onderhavige gebouw maar ook andere gebouwen van dezelfde projectontwikkelaar Jewel Investments. Deze gang van zaken komt op mijn cliënt uitermate dubieus over en daarom is wederom een gang naar de rechter noodzakelijk geworden”,

aldus de raadsman, die toevoegt dat de rechter verzocht zal worden om de overheid ‘tot handhaving van de wet te bevelen op straffe van een sanctie als de overheid dit nalaat’.

“De exacte vordering wordt nog in overleg met cliënt bepaald. Duidelijk is wel dat er dringend iets dient te gebeuren, en aangezien de overheid er zelf niets aan doet, moet de rechter er dan maar weer aan te pas komen!”, aldus Henriquez.

Zoals bekend, behelst de uitspraak van het hof de vernietiging van een door VVRP verstrekte bouwvergunning waarbij de overheid tegen deze uitspraak niet meer in beroep kan gaan. VVRP-minister Suzy Camelia-Römer (PNP) vlak na de uitspraak:

“Deze zaak ligt complex, aangezien het een gebouw betreft waarvoor het ministerie een bouwvergunning heeft verstrekt en waarna het gebouw gerealiseerd werd. Men kan dit niet met gevallen vergelijken waar er bijvoorbeeld sprake is van illegale toe-eigening van domeingronden en bouwwerkzaamheden waarvoor ook nog geen vergunning is verleend. Ik zal me daar verder in moeten verdiepen.”

Partijleider van PNP en Statenlid Humphrey Davelaar verklaarde in oktober ‘een dieper onderzoek naar de bouwontwikkelingen in Pietermaai voor te staan’. Aan de hand hiervan stelde hij ook vragen aan de VVRP-minister na een bezoek aan het gebied van Pietermaai. Hij meende toen ook dat de verstrekking van bouwvergunningen door VVRP nader bekeken dienden te worden.

Overheid aan zet

De raadsman van Jewel, Mirto Murray, die zijn cliënt als derde belanghebbende vorig jaar in de rechtszaak vertegenwoordigde, liet na het vonnis onder meer weten:

“Ik meen met alle respect dat het hof in deze kwestie een verkeerde invulling heeft gegeven van de zogenoemde ‘open ruimte’ conform het Eilandelijk Ontwikkelingsplan (EOP). Hiermee wordt als het ware een precedent geschapen, dat alles wat voor de inwerkingtreding van het EOP niet bebouwd was, niet ontwikkeld mag worden. Dus onbebouwde kavels in de binnenstad, zouden conform deze redenering niet meer ontwikkeld kunnen worden.”

Murray meende verder dat ‘aangezien het vonnis onherroepelijk is’ er zich enkele opties aandienen:

“Men kan niets doen, men gaat over tot legalisatie van het appartementencomplex – wat mij voor de hand liggend lijkt, het vonnis biedt daar genoeg ruimte voor – of men gaat over tot sloop waar mijn cliënt natuurlijk tegen in verweer zou gaan. Op dit moment is het dus nog afwachten en te prematuur om over mogelijke claims te praten. De overheid is aan zet.”

Bron: Amigoe