WILLEMSTAD — In de periode van oktober vorig jaar tot begin januari 2015 hebben leden van de Staten van Curaçao gezamenlijk 41 brieven met vragen gestuurd naar de regering.
Maar slechts vijf van deze brieven werden in die periode beantwoord, blijkt uit het overzicht dat door Statenvoorzitter Marcolino ‘Mike’ Franco (Pais) naar de regering is gestuurd.
In een reactie stelt de Statenvoorzitter te hebben geconstateerd dat sommige ministers zich niet aan de afspraken houden, vermeld in het protocol dat in augustus vorig jaar door Asjes en Franco werd overeengekomen.
In het kader van deze overeenkomst stuurt Franco om de drie maanden een overzicht naar de regering van de gestelde vragen, de ontvangen antwoorden en de openstaande vragen per ministerie. In het protocol kwamen de partijen overeen dat vragen binnen twee maanden beantwoord moeten worden. Gebeurt dit niet, dan dienen de ministers de Staten schriftelijk te laten weten waarom zij deze vragen niet konden beantwoorden en wanneer dit wel zal gebeuren.
Uit het overzicht dat de Statenvoorzitter naar de regering heeft gestuurd, blijkt dat de enige minister die vragen heeft beantwoord premier Ivar Asjes was. In vijf gevallen beantwoordde hij een brief van een Statenlid, waarbij in één geval samen met collega-minister Ruthmilda Larmonie-Cecilia (Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn, PS).
Op 15 oktober stuurde MFK-lid Gerrit Schotte een brief over ondertekening van een verdrag tussen Curaçao en de Dominicaanse Republiek naar Asjes. Het antwoord volgde op 3 november. Op 20 oktober vroeg PAR-lid Armin Konket Asjes in een brief om voor de Curaçaose autonomie op te komen. Op 17 november kwam het antwoord van de premier. Op deze zelfde dag kwam ook het antwoord op vragen van PAR-leider Zita Jesus-Leito over oprichting van de Kompania di Petroli i Gas (KPG), die op 3 november waren gesteld. Onafhankelijk Statenlid Omayra Leeflang stuurde op 11 november een brief over dienstreizen van Larmonie-Cecilia aan Asjes. Het antwoord volgde op 18 november. En ten slotte stuurde Schotte een brief op 16 november naar zowel Asjes als Larmonie-Cecilia over de ontwikkeling van wijken op het eiland. Iets meer dan een maand later, op 18 december, kwam het antwoord van beide ministers.
In totaal werden er vanuit de Staten zeven brieven naar Asjes gestuurd. Hiervan wist hij er vijf te beantwoorden. Asjes is niet de minister die de meeste brieven met vragen kreeg toegestuurd in de bewuste periode. Deze eer wordt gedeeld door de ministers Bernard ‘Ben’ Whiteman (Gezondheid, Milieu en Natuur, PS) en Earl Balborda (Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning, PNP). Zij kregen ieder tien brieven toegestuurd. Bijna de helft van de 41 brieven die naar de regering zijn gestuurd, kwam vanuit de Staten. Geen van deze vragen werden beantwoord.
Na de zeven brieven aan Asjes volgen de zes aan Larmonie-Cecilia, waarbij moet worden opgemerkt dat een van deze brieven aan zowel haar als aan Asjes werd gestuurd. Op die ene brief na heeft ook deze minister geen enkele brief beantwoord. Ook Onderwijs-minister Irene Dick (PS) heeft geen van de aan haar gerichte brieven beantwoord, blijkt uit het overzicht. Financiën-minister José Jardim (namens onafhankelijk Statenlid Glenn Sulvaran) en Nelson Navarro (Justitie) kregen beiden in de periode van oktober tot en met januari twee brieven, die onbeantwoord bleven.
Ditzelfde geldt ook voor de ene brief die minister Etienne van der Horst (Bestuur, Planning en Dienstverlening, Pais) kreeg. In deze periode werden er geen brieven vanuit de Staten gestuurd naar minister Palm.
De Statenvoorzitter wil geen algemeen oordeel vellen over de manier waarop de regering de brieven en vragen van Statenleden beantwoordt. Hij wijst er wel op dat conform het protocol van vorig jaar ministers twee maanden de tijd hebben om Statenbrieven te beantwoorden. “Sommige ministers, zoals Jardim, sturen soms alle antwoorden over een bepaalde periode in één pakket naar de Staten. Onze premier heeft er een gewoonte van gemaakt om heel snel, soms binnen enkele dagen al, brieven die naar hem zijn gestuurd te beantwoorden. Maar aan de andere kant zijn er ministers wier antwoorden op zich laten wachten.”
Wel constateert Franco dat het merendeel van de antwoorden op vragen van Statenleden uitblijft. “Dat maak ik ook op uit het overzicht. Dit is de reden waarom wij vorig jaar een protocol met de regering zijn overeengekomen. Om de drie maanden sturen wij een rappelbrief naar de regering. Dat hebben wij in deze zaak ook gedaan. Wij hebben niet gewacht totdat de leden naar ons toekomen met kritiek.” De lijst die Franco naar de regering heeft gestuurd, gaat terug tot 5 december 2012.
Bron: Amigoe