DEN HAAG — De minister van Buitenlandse Zaken heeft mede namens Curaçao, Aruba en St. Maarten afspraken gemaakt met Venezuela over vluchten van staatsluchtvaartuigen over elkaars grondgebied. De Eerste en Tweede Kamer en de Staten van de drie overzeese Koninkrijksdelen moeten de afspraken nog wel goedkeuren.
“Iedere staat heeft volledige en exclusieve soevereiniteit over het luchtruim boven het eigen grondgebied. Staatsluchtvaartuigen kunnen niet zonder meer door het luchtruim van een andere staat vliegen; hiervoor dient vooraf autorisatie gevraagd te worden.
Het onderhavige verdrag voorziet in de autorisatie van overvluchten van staatsvliegtuigen van het Koninkrijk der Nederlanden en de Bolivariaanse Republiek Venezuela door het luchtruim van de andere staat”
, schrijven ministers Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken en Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie in een toelichting.
Een staatsluchtvaartuig is een luchtvaartuig van bijvoorbeeld het leger, de douane of politiediensten.
De toestemming geldt niet voor de Venezolaanse Maiquetiá-regio, die de status van internationaal luchtruim heeft, en ook niet voor oorlogsvliegtuigen.
De overeenkomst werd op 4 juli 2012 gesloten en wordt nu aan de vier parlementen ter goedkeuring voorgelegd.
Indien goedgekeurd gelden de afspraken voor drie jaar, een termijn die telkens met drie jaar verlengd kan worden.