Willemstad – Met de overname van de Curaçaose Dok Maatschappij (CDM) door Damen kan de blik nu op de toekomst worden gericht en daarmee op de groei van meer innovatieve industrie in de haven en bij het Dok.
Zo vindt tegelijkertijd meer economische ontwikkeling plaats waardoor meer banen voor onze landskinderen worden gecreëerd.
Dat waren de woorden van minister Eugene Rhuggenaath (PAR) van Economische Ontwikkeling bij het startevenement na de overname van het CDM door Damen Shiprepair Curaçao afgelopen donderdagavond.
,,De afgelopen maanden hebben wij allemaal op een of andere manier, ons steentje bijgedragen om vandaag hier te kunnen staan en een nieuw tijdperk voor ons Dok in te luiden. Na dertig jaar zijn wij eindelijk zover dat wij opnieuw – en nu samen met een private partner – aan een prachtige toekomst kunnen bouwen”, aldus de Economieminister.
In dit geval gaat het niet zomaar om een partner, maar een partner – zo gaf Rhuggenaath aan – waarmee gezamenlijk aan een nieuwe, duurzame toekomst kan worden gebouwd.
,,Voor mij staat als een paal boven water dat als wij over een paar jaar weer hier staan, wij met gepaste trots zullen terugdenken aan vandaag. Want tegen die tijd zal ons Dok opnieuw een vooraanstaande rol in de wereld spelen.”
Een van de belangrijkste gevolgen van het partnerschap met Damen is volgens Rhuggenaath het behoud van de banen bij het Dok.
,,Dit, in combinatie met de mogelijkheid voor onze jongeren hier binnen te treden en informatie te krijgen en wellicht aan een toekomst bij het Dok te werken, biedt perspectief dat onze landskinderen nog vele jaren kunnen genieten van werkgelegenheid bij het Dok.”
De bewindsman stond stil bij het proces dat tot het partnerschap met Damen heeft geleid. Een proces dat volgens hem niet makkelijk is geweest.
,,Maar het heeft wel bewezen dat wanneer de neuzen dezelfde kant op wijzen en Curaçao als gezamenlijk belang wordt geplaatst, we het doel kunnen bereiken”,
aldus Rhuggenaath.
,,Opofferingen, creativiteit en toewijding karakteriseren wat we hier vandaag vieren. Voor mij was dit een goed voorbeeld dat wij (nog steeds) over het vermogen beschikken om samen te werken en grootse dingen te bereiken. Ik ben ervan overtuigd dat – als wij deze zelfde ingrediënten combineren bij alle andere projecten die ten behoeve van het volk dienen – wij wonderen kunnen verrichten.”
Bron: Antilliaans Dagblad