Willemstad – Het eindrapport van de ombudsman van Curaçao over Gevolmachtigde minister Marvelyne Wiels (Pueblo Soberano) wordt morgen, dinsdag 30 juni, aan het bestuursorgaan en aan de Staten overhandigd. Het wordt dezelfde dag naar Wiels gemaild. Aldus ombudsman Alba Martijn desgevraagd tegenover het Antilliaans Dagblad. Vrijdag stelde het gerecht Wiels in het ongelijk.

Zij had in kort geding gevorderd dat de namen van de informanten van de ombudsman zouden worden onthuld, dat Wiels het recht had deze informanten zelf te horen en dat zolang dit niet is gebeurd de ombudsman zou worden verboden haar rapport definitief te maken; met andere woorden: uit te brengen.

Met het vonnis dat op alle punten in het voordeel uitviel van de ombudsman kan en zal het definitieve rapport worden uitgebracht. Op de valreep, want Martijn neemt eind deze maand afscheid als ombudsman van Curaçao en er is nog geen vervanger en evenmin een plaatsvervanger.

Dat het eindrapport niet direct na het vonnis beschikbaar kwam, maar toch nog een paar dagen op zich laat wachten komt volgens Martijn ‘omdat de bevindingen van de ombudsman op de processuele verweren van de advocaat van mevrouw Wiels en de bevindingen van de kort geding-rechter ook in het rapport dienen te worden verwerkt’. Hierna wordt het op dezelfde dag ook op de website van de ombudsman geplaatst.

‘Steeds integer gehandeld’

Eind 2014 stelde de ombudsman ambtshalve onderzoek in verband met ‘het vermoeden dat Wiels zich schuldig heeft gemaakt aan de schijn van niet-integer handelen’. Zelf dacht en denkt de Gevmin hier geheel anders over:

,,Ik ben van mening dat ik bij de vervulling van mijn ambt van Gevolmachtigde minister steeds integer heb gehandeld, zowel binnen mijn organisatie als daarbuiten. Vanuit mijn verantwoordelijkheid voor de organisatie heb ik sinds mijn aantreden zowel in financieel als in personeel opzicht orde op zaken gesteld. In een aantal opzichten was ingrijpen noodzakelijk, gezien de situatie die ik aantrof. Dit alles heb ik gedaan met respect voor de mensen en voor hun rechtspositie. Ik ben duidelijk in mijn uitingen, maar ik herken mij niet in de beschuldigingen en insinuaties die door anonieme informanten worden gedaan.”

De rechter ging in zijn vonnis echter in op twee voorbeelden uit de Nota van voorlopige bevindingen en stelde op grond hiervan dat de wijze waarop deze hooggeplaatste functionarissen binnen het Curaçaohuis in Den Haag zijn behandeld door Wiels als ‘kleinerend, vernederend en intimideren’ zijn te kwalificeren. Een ambtshalve onderzoek door de ombudsman was volgens het gerecht ‘een laatste toevlucht’.

Bron: Antilliaans Dagblad
Dossier: Marvelyne Wiels – Gevolmachtigde Minister van Curaçao