Oranjestad – Aruba Airport Authority (AAA) bereidt de heropening van het luchtverkeer voor. Momenteel bekijkt de regering of dat in de tweede helft van juni zou kunnen.
Sinds het begin van de coronacrisis is AAA in nauw contact geweest met alle airlinepartners en stakeholders die werden getroffen door de wereldwijde impact op luchtreizen. Aangezien het toerisme de levensader is van Aruba’s economie, vormt AAA een integraal onderdeel van het economisch herstelproces.
Alle ogen zijn gericht op de luchtvaartindustrie met betrekking tot de vraag wanneer er weer gevlogen kan worden. Op 8 mei heeft de regering van Aruba aangekondigd dat de grenzen worden heropend voor inkomende reizen, ergens tussen 15 juni en 1 juli. Hervatting van het luchtverkeer gaat gepaard met protocollen om de veiligheid van passagiers en personeel te waarborgen. Minister Dangui Oduber van Volksgezondheid en Toerisme had het over sneltesten en uiteraard social distancing.
Het nieuwe begin zal bescheiden zijn. Van de totale wekelijkse dienst vóór Covid-19, die 246 bedroeg, is tot dusver zeventien procent bevestigd door de luchtvaartpartners. American Airlines hervat de dagelijkse vluchten Miami en Charlotte (veertien keer). Delta Air Lines vliegt drie keer per week van en naar Atlanta . United bereidt een wekelijkse vlucht vanuit Newark voor en JetBlue negen wekelijkse vluchten vanuit New York (4x) en Boston (5x).
Sunwing hervat een wekelijkse vlucht vanaf Toronto en Air Canada gaat eenmaal per week vanuit Toronto vliegen. Avianca en Copa hebben aangegeven elk tweemaal per week vanuit Bogota, respectievelijk Panama te gaan vliegen. Aruba Airlines bereidt zich voor op een dagelijkse vlucht vanaf Curaçao.
Met deze bevestigde operaties verwacht AAA naar schatting 2.000 passagiers per week. Volgens Jo-Anne Meaux Arends, AAA’s air service development manager communiceert AAA regelmatig met stakeholders. ,,Nu is de tijd om de samenwerking te intensiveren. Onze belangrijkste boodschap als bestemming is dat we zo proactief als mogelijk willen werken met de luchtvaartbedrijven.”
Bron: Antilliaans Dagblad