
Willemstad – De kansen van Curaçao om een nieuwe partner te vinden voor de exploitatie van de Isla-raffinaderij nemen af, aldus Standard & Poor’s (S&P).
,,The window to find a new partner is shrinking”, schrijft de internationaal alom erkende kredietbeoordelaar letterlijk.
De onzekere toekomst van de Isla is de reden voor S&P om de relatief hoge rating van Curaçao aan te houden op A- (ter vergelijking: Aruba heeft BB+), maar de outlook te verlagen van ‘stabiel’ naar ‘negatief’.
S&P licht dit zelf toe: ,,De negatieve outlook weerspiegelt onze zienswijze dat er een kans is van ten minste een op drie dat we de ratings van Curaçao de komende 12 tot 24 maanden naar beneden moeten bijstellen.”
Met andere woorden: de negatieve kijk van S&P, waar vrijdag veel Nederlandse media aan de hand van een artikel van persbureau ANP over berichtten, is niet iets van nu maar betreft de prognose voor de komende één tot twee jaar.
En of het daadwerkelijk tot een negatieve outlook komt, vooral als gevolg van de onduidelijke situatie rond de raffinaderij, is volgens S&P grotendeels afhankelijk van wat de regering doet. Namelijk of het lukt om met een vastomlijnd en realistisch plan te komen om een mogelijke sluiting van Isla te voorkomen. Maar daarnaast óók de mate waarin met succes structurele minpunten, zoals gerelateerd aan de (inflexibele) arbeidsmarkt en de bureaucratie, kunnen worden weggewerkt.
Aldus het door het Antilliaans Dagblad bestudeerde verslag van 22 maart 2018 over de beoordeling van Curaçao. Veel lokale autoriteiten waren vrijdagavond en in het weekend nog niet in het bezit van het document van S&P Global Ratings.
Overigens zit het bureau er soms ook wel naast. Zo wordt gesteld dat de deal met Guangdong Zhenrong Energy (GZE) voor de overname van de raffinaderij zou zijn afgeketst omdat partijen ‘het niet eens konden worden over de hoogte van het investeringsbedrag’. Dat is een onjuiste weergave van de feiten. De zittende regering is van mening dat GZE zich niet houdt of niet kan houden aan de gemaakte afspraken over een volledig due diligence-onderzoek naar de technische én financiële capaciteiten van het Chinese bedrijf. Op beide onderdelen scoort GZE vooralsnog ver onder de maat.
Bron: Antilliaans Dagblad
Gevolg van jarenlang potverteren omdat via de Isla het geld binnenstroomde. Teveel eieren in hetzelfde mandje.
Zelfs al zou die raffinaderij er wel komen dan nog heeft men het probleem dat de aanvoer van olie uit Venezuela niet langer kan worden gegarandeerd. De situatie is daar zo instabiel dat het voor welk bedrijf dan ook teveel risico is te gokken op een vaste aanlevering van olie.
Het schoonmaken van de grond van de oude raffinaderij zal al bijkomend voordeel hebben dat de Annabaai weer schoon water zal hebben en dat opent legio mogelijkheden voor het Dok en voor andere bedrijven die zich daar willen vestigen. De arbeiders van de ISLA kunnen dan daar aan de slag of zullen zich om moeten laten scholen. Maar zonder werk hoeven ze niet te zitten.
En wanneer men dan op Bullenbaai een LNG terminal bouwt dan kan Curacao een belangrijke rol gaan spelen bij het tanken van schepen die vanuit het Panamakanaal komen en op zoek zijn naar brandstof. Steeds meer schepen gaan over op LNG als brandstof en in deze regio kunnen ze nergens tanken. Samen met de aanwezigheid van het Dok biedt dit dus mogelijkheden voor Curacao.
inderdaad brian, laat die maar meteen beginnen, kunnen we zien of hun waar maken wat ze hebben beloofd
Green Town dan maar!