Rusland heeft de aanklacht tegen een aantal van de opgepakte opvarenden van het Greenpeace-schip Arctic Sunrise uitgebreid.
Hun wordt nu ook ”verzet tegen wetsdienaren” ten laste gelegd.
Advertentie
Een woordvoerder van het onderzoekscomité dat zich bezighoudt met de zaak, heeft dat donderdag gezegd tegen de Russische nieuwssite Gazeta.ru.
Greenpeace kent het bericht, maar heeft nog geen formele uitbreiding van de aanklacht binnengekregen, reageerde advocaat Jasper Teulings.
Wat hem betreft zou het ook niets veranderen aan de hoofdzaak, namelijk dat het schip ”nooit geënterd en opgebracht had mogen worden”.
De dertig opvarenden werden in eerste instantie beschuldigd van piraterij.
Dat leek vervolgens te zijn afgezwakt tot ‘hooliganisme’, maar volgens Greenpeace is de eerste aanklacht nooit ingetrokken.
Geramd
”Er is eigenlijk geen touw aan vast te knopen”, aldus Teulings.
Hij stelt dat ‘hooliganisme’ en ‘verzet tegen overheidsfunctionarissen’ in het Russische recht in ieder geval geen enkele grondslag vormen voor de arrestatie van de activisten.
Voor piraterij is volgens hem geen enkel bewijs.
Op dat vergrijp staat overigens een maximale celstraf van vijftien jaar.
De extra aanklacht, die tot nog eens vijf jaar cel kan leiden, komt voort uit de bewering van de Russen dat de activisten een vaartuig van de kustwacht hebben geramd.
Bovendien negeerden de Greenpeaceleden bevelen van de autoriteiten tijdens het beklimmen van het boorplatform waar de actie om draaide.